De lokale musea van de Nederlandse groepsvestigingen Castrolanda en Holambra hebben het CGHD gevraagd om assistentie bij het conserveren van het lokale cultureel erfgoed en het verbeteren van de toegankelijkheid van de historische bronnen. Het projectteam streeft ernaar deze werkzaamheden ook te verrichten ten behoeve van de erfgoedinstellingen in de andere Nederlandse groepsvestigingen. Zij worden uitdrukkelijk uitgenodigd zich bij dit project aan te sluiten.
Hoewel er in verschillende groepsvestigingen aandacht is voor het Nederlands cultureel erfgoed, ontbreekt het de vrijwilligers van deze erfgoedinstellingen aan kennis en middelen voor een adequate conservering en ontsluiting van dit erfgoed. Met name het papieren erfgoed wordt in meerdere opzichten bedreigd. Allereerst zijn veel archiefmateriaal en publicaties (week- en maandbladen) uit de pioniersfase (tot ca. 1970) geschreven in het Nederlands. Met het verdwijnen van de eerste generaties staat de kennis van de Nederlandse taal onder druk. Vroeg of laat zal die kennis geheel verdwijnen. Dit betekent dat het schriftelijk materiaal voor de nazaten van de emigranten praktisch ontoegankelijk wordt. Verder wordt dit schriftelijk materiaal vaak in matige tot slechte omstandigheden bewaard. Het (sub)tropische klimaat in Brazilië is niet gunstig voor het langdurig bewaren van papier en inkt. Kennis over de mogelijkheden om de bewaarcondities te verbeteren ontbreekt. Zo zijn foto’s reeds verbleekt en aan elkaar geplakt. Als gevolg van het verdwijnen van het documentair erfgoed van de Nederlandse migranten zal de kennis van de pioniersjaren van deze groepsvestigingen mogelijk worden gereduceerd tot enkele populair historische clichés.